KKC-regeling: Klein Krediet Corona

De KKC is een van de aanvullende maatregelen om ondernemers te ondersteunen vanwege de economische gevolgen van het coronavirus. Deze aanvullende maatregel is gericht op de vele kleine ondernemers. Kleine ondernemers hebben vaak moeilijk toegang tot financiële steun. Ze zijn van enorm belang voor hun lokale gemeenschap en vaak zwaar getroffen door de coronacrisis.

Wat houdt het overbruggingskrediet gericht op kleine bedrijven (Klein Krediet Corona) in?

De Nederlandse overheid staat voor 95% garant op een overbruggingskrediet voor kleine ondernemingen met een relatief kleine financieringsbehoefte (van € 10.000 tot € 50.000). Het is mogelijk om als ondernemer meerdere keren gebruik te maken van de KKC-regeling, zolang de maximale limiet van € 50.000 nog niet is bereikt. Het totale budget aan overbruggingskredieten bedraagt € 250 miljoen.

Onder welke voorwaarden worden deze leningen verstrekt?

De lening staat open voor ondernemers die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2019.

Onder de KKC-regeling kunnen ondernemers een lening aanvragen van minimaal € 10.000 tot maximaal € 50.000. De looptijd is maximaal 5 jaar, en de rente bedraagt maximaal 4%. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige provisie van 2% als vergoeding. Het feit dat de financiers nog steeds 5% van het risico dragen, zorgt voor een zorgvuldige risicobeoordeling, zodat de leningen worden verstrekt aan in de kern gezonde bedrijven met voldoende terugbetaalcapaciteit. Financiers houden zich aan de Gedragscode Kleinzakelijke kredietverlening.

Voor welke ondernemers is het Klein Krediet Corona bedoeld?

De KKC is gericht op kleine ondernemers: micro-, midden- en kleinbedrijf. Het gaat naar schatting om enkele tienduizenden ondernemingen in Nederland. Financiers maken relatief hoge kosten onder andere bij de beoordeling van kleine kredieten. Hierdoor komt dit type ondernemingen doorgaans moeilijk aan financiering. Daarbij komt nog dat het risico voor financiers dat een lening niet wordt terugbetaald door de coronacrisis relatief hoog is.

Waar kunnen ondernemers terecht voor de KKC-regeling?

In ieder geval de banken Rabobank, ABN AMRO, ING, de Volksbank en Triodos Bank hebben toegezegd leningen via de regeling aan te bieden. Andere financiers die geaccrediteerd zijn voor de BMKB-C-financiers met een accreditatie, mogen de regeling ook aanbieden. Overige financiers moeten zich eerst laten accrediteren als financier voor de KKC-regeling bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

Wanneer kunnen ondernemers een aanvraag doen?

De KKC-regeling staat open tot en met 31 december 2021. Leningen die sinds 7 mei 2020 zijn verstrekt en voldoen aan de voorwaarden van de regeling kunnen worden geherfinancierd tegen de voorwaarden van de KKC. De regeling is goedgekeurd door de Europese Commissie (EC).

Wij van EHB Administratie & Advies, Bolsward helpen u graag met de aanvraag.

< Ouder bericht Nieuwer bericht >

De ZZP-er en schijnzelfstandigheid

door Marc Pors • 4 februari 2025

Belangrijke conclusie: Eén opdrachtgever sluit ondernemerschap niet uit Het feit dat de ZZP’er gedurende deze periode geen andere opdrachtgevers had, deed niets af aan zijn zelfstandigheid. De rechter benadrukte dat het ondernemende gedrag en de financiële risico’s van doorslaggevend belang waren bij het kwalificeren van de ZZP’er als ondernemer. Waarom is deze uitspraak belangrijk? Deze uitspraak biedt duidelijkheid voor zowel ZZP’ers als opdrachtgevers. Het laat zien dat het mogelijk is om langdurig voor één opdrachtgever te werken en toch als ondernemer te worden gezien, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Voor ZZP’ers betekent dit dat zij hun zelfstandigheid kunnen behouden, zolang zij zich duidelijk onderscheiden van werknemers in loondienst door bijvoorbeeld ondernemend gedrag, vrijheid in werkindeling en het dragen van financieel risico. Lees meer over het vonnis in Rechtbank Rotterdam via ECLI:NL:RBROT:2024:13328. Wat betekent dit voor ZZP'ers in de praktijk? Als ZZP’er is het belangrijk om je ondernemerschap te benadrukken, bijvoorbeeld door: • Het maken van duidelijke afspraken over de looptijd van een opdracht. • Vrijheid te behouden in werkindeling en uitvoering. • Het dragen van financieel risico. • Hogere tarieven te hanteren dan het marktgemiddelde voor loondienst. • Een professionele en ondernemende uitstraling te waarborgen, bijvoorbeeld door facturatie, administratie en marketing. Zelfstandig vervoer Een van de voorwaarden om als ZZP-er niet als schijnzelfstandige te worden gezien is dat je jouw eigen vervoer regelt.

Boetes bij illegale arbeid

door Marc Pors • 4 februari 2025

31 januari 2025 | Werkgevers die arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie zonder vergunning in dienst nemen, kunnen vanaf 1 februari 2025 flink hogere boetes verwachten. De Nederlandse Arbeidsinspectie krijgt ook meer slagkracht om op te treden tegen illegale tewerkstelling. Als de Nederlandse Arbeidsinspectie bij een onderneming op de stoep staat en vaststelt dat er sprake is van illegale arbeid, kan zij een onderzoek starten, boetes opleggen en, indien nodig, aanvullende sancties treffen om herhaling de kop in te drukken. Tot voor kort bedroeg de maximale boete voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) € 8.000 per illegaal tewerkgestelde arbeidskracht. Vanaf 1 februari wordt deze maximale boete verhoogd naar € 11.250 per arbeidskracht bij illegale tewerkstelling. De mate van verwijtbaarheid Volgens de Raad van State moet er verder meer rekening worden gehouden met de mate van verwijtbaarheid bij deze arbeidskrachten. Een werkgever die opzettelijk de wet overtreedt moet bijvoorbeeld een hogere boete opgelegd krijgen dan een werkgever die dit eenmalig en per ongeluk doet (de boetes kunnen per 1 februari variëren tussen € 2.250 en € 11.250). De hogere boetes zullen vooral bij ernstige omstandigheden toegepast worden, zoals bij slechte huisvesting of als een werkgever de paspoorten van de arbeidskrachten heeft ingenomen. Mogelijk verdere aanscherping in de toekomst Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voert momenteel een breed onderzoek uit naar alle boetes rondom eerlijk werk. In Nederland moeten werkgevers er bijvoorbeeld op toezien dat werknemers minimaal het wettelijk bepaalde loon en vakantiegeld ontvangen. Als werkgevers zich niet aan deze arbeidswetten houden, volgt voor hen een boete van de Arbeidsinspectie. Het onderzoek bekijkt de mate van effectiviteit van deze boetes. Zodra het onderzoek is afgerond, wordt per arbeidswet bekeken of de boetes nog verder aangescherpt moeten worden. Werkgevers doen er daarom altijd goed aan om voorbereid te zijn op een onaangekondigd bezoek van de Arbeidsinspectie.